MICHIEL HENDRYCKX    FOTOGRAAF

Michiel Hendryckx

De Beer van Pompon

Ik was de jongste thuis. Had twee oudere zussen en ‘cultuur­minnende’ ouders zoals dat toen heette. In musea kwamen we zelden. De kunst werd thuis be­leden aan de hand van ‘schone’ vier­kleuren repro­ducties. Als klein kind keek ik gretig mee en be­greep er niets van. Waar was al die op­winding goed voor? Kunst was een raadsel, een on­toe­gankelijke wereld waarin alleen vol­wassenen zich thuis voelden.

Het precieze jaar is niet te achter­halen. Vermoedelijk 1959 of 1960. Ik zal net geen tien jaar geweest zijn. Een verre tante woonde in Antwerpen en nam me mee naar het Middelheim­park. In het midden van de binnen­plaats stond een grote witte beer, een ijs­beer. Bijna net zo echt als een levend dier. Was die beer ook kunst? Als zo’n groot stuk speel­goed kunst was, kon ik beter nog wat ge­duld hebben met die an­dere kunst waar ik niets van be­greep.

Ik heb veel te danken aan die Antwerpse ijs­beer. Het beeld is niet mijn grote liefde in de kunst, wel mijn eerste. Ik ben als het ware op de rug van die mollige knuffel de wereld van de kunst binnen­gewaggeld.

Het is een zonnige zondag in oktober als ik mijn kleine zelf samen met de ijs­beer foto­grafeer. Aangedaan zie ik dat Pompons ijs­beer nog altijd zijn missioneringswerk doet. Kinderen rukken zich los om over­weldigd voor de beer stil te staan. Een Joods jongetje roept als in paniek: "Je veux voir l'ours". Ik ben niet alleen. In het Middel­heim­park kan men aan de sleet in het gazon precies af­lezen welke beelden het meest bekijks hebben. Rond de sokkel van de ijsbeer is de kale plek onmis­kenbaar het grootst.

Het mooiste licht is tegenlicht   Uit ‘Het Mooiste Licht is Tegenlicht’
– Uitgeverij Manteau 2007